Heb je geen damastgetouw maar wil je wel graag eens damastmotieven weven dan volgen hier onder 2 artikelen over damastmotieven weven zonder speciaal getouw.
Het eerste is geschreven door Corrie van Eijk en het tweede door Erica de Ruiter.
Het eerste is geschreven door Corrie van Eijk en het tweede door Erica de Ruiter.
Damastmotieven weven zonder speciaal getouw.
Wie niet in het bezit is van een trek- of hemelbedgetouw kan toch damastmotieven weven.
Er zijn zelfs meerdere manieren om dat te doen.
Damast moet eÍgenlijk in satijnbinding geweven worden, maar ook een kruiskeper of schijnsatijn met vier schachten, of een drieschachtskeper voldoen. lk bespreek hier een rechte inrijg op vier schachten, want dan kunnen er diverse verschillende bindingen op een langere schering gemaakt worden. Omdat het werken met een leeslat langzaam gaat geef ik de voorkeur aan een vrijere methode.
Er zijn twee manieren om dit te doen.
Methode 1. Met katrollen
Vervang het ophangsysteem in je getouw door pellenkatrollen, die daarvoor speciaal zijn gemaakt. Het kan ook met eenvoudige kleine metalen katrollen van de bouwmarkt, links en rechts twee. Hang daar de koorden van de vier schachten overheen, twee aan twee, de voorste schacht aan de achterste schacht en de twee middelste schachten aan elkaar. Bind de schachten aan de trappers op de wijze als in figuur r is getekend, steeds slechts één schacht aan één
trapper. Bij het trappen gaat één schacht omlaag en, als gevolg daarvan, één omhoog, terwijl de twee overige schachten in neutrale stand blijven. Er ontstaan twee sprongen, te zien aan de zijkant.
Wanneer het schuitje in de bovensprong weeft ontstaat er inslageffect.
Weeft het schuitje in de ondersprong, dan ontstaat er een kettingeffect.
Wanneer je een eenvoudig ontwerp weeft kan, bij het gebruik van één trapper, het schuitje afwisselend in de boven- en de
ondersprong passeren. Een lange schuit of steeklat werkt hierbij prettig.
Deze methode kan toegepast worden bij getouwen die bovenin een ronde balk hebben.
Methode 2. Vier schachten en acht trappers,
Verbind de schachten in 1/3 keper of kruiskeper met de trappers 2 tot en met 4 en in
3/1 keper of kruiskeper met de trappers 5 tot en met 8, zie figuur . Beide bindingen
staan op snijding, waardoor een mooie afbinding ontstaat tussen het ketting en inslageffect.
Het ontwerp dat je wilt weven bevestig je onder de ketting met spelden aan een geweven beginstukje.
Trap op de eerste trapper en breng het schuitje in de sprong tot aan de contour van de tekening, die je met je andere hand omhoog tegen de ketting houdt. Dat is de achtergrond in inslageffect. Haal op dat punt het schuitje uit de sprong
omhoog, bedien trapper 5 en breng het schuitje weer in de sprong voor het kettingeffect. Zo kan één inslag met die twee trappers en het steeds in en uit de sprong halen van het schuitje gemaakt worden. De volgende inslagen van
een rapport maak je met trapper 2 en 6,3 en 7 of 4 en 8. Het is duidelijk dat deze manier van weven alleen maar doenlijk is voor heel eenvoudige vormen.
Corrie van Eijk.
Damast weven op 3 schachten
door Erica de Ruiter
Gedurende tientallen jaren heb ik de mogelijkheden van weefstructuren op 3 schachten onderzocht en geweven, zowel de getouwgestuurde als de mogelijkheden van figureren met handmatige selectie. Zo heb ik ook gezocht of damast op 3 schachten - met behulp van een opneemstokje- te realiseren zou zijn.
Het 'kunstje' voor iedere damast met handmatige selectie, om de term pick-up niet te gebruiken, is om, uitgaande van de grondbinding in inslageffect, met een selectiestokje plaatselijk draden op te nemen zodat op die plaats kettingeffect verkregen wordt.
Damast op 8,7,6,5 en 4 schachten is mogelijk en bekend, maar handmatig motieven verkrijgen door de tegenstelling ketting- en inslageffect op 'maar' drie schachten was ik nog nergens tegengekomen.
En het bleek zó simpel, zelfs gemakkelijker uit te voeren dan damast op 4 schachten!
Er hoeft niet ingeteld te worden; figuren worden opgenomen volgens een papieren schets die onder de schering met spelden is bevestigd. Er kan in geheel vrije vormen geweven worden, de flotteringen zijn nooit langer dan over twee draden, zie fig. 1, 2 en 3.
In tegenstelling tot getouwgestuurd blokweefsel, pellen op 6 schachten, waarin de kepergraat in beide blokken in tegengestelde richting loopt, is in deze handmatige structuur de keperrichting overal gelijk.
Na de verrassing van de mogelijkheid om zuiver damasteffect te verkrijgen op zo'n eenvoudige manier bleken er nog meer structuren mogelijk te zijn door bepaalde volgordes van opnemen en niet-opnemen in de motieven.
Uiteindelijk kwam ik tot tien verschillende structuren wat aanleiding was om het hieraan de naam 'Het Tiengebodenweefsel' te geven. Later kwam er nog een elfde mogelijkheid bij. Verschillende structuren kunnen naast elkaar geweven worden.
Proefschering in zuiver 1/2 keper versus 2/1 keper.
Schering: glad garen in een lichte kleur, bijvoorbeeld 8/2 katoen of cottolin 8 dr/cm, eventueel met decoratieve randjes in afstekende kleur. Breedte bijvoorbeeld 20 cm.
Rijging: 3 schachten 'rechtdoor': 1 - 2 - 3 herhalen; géén zwevende zelfkanten.
lnslag: hetzelfde garen of vergelijkbaar als in de schering, in een sterk afstekende kleur, liefst op een steeklat, of een plat damastschuitje, omdat de vakopening bij pick-uptechnieken altijd vrij klein is.
Verder nodig: een breinaald of dun gepunt stokje, ongeveer 10 cm langer dan de rietbreedte, papier voor het ontwerp en viltstift, een paar spelden.
Maak op papier een eenvoudig ontwerp in robuuste vormen en markeer deze vormen met stevige lijnen met viltstift.
Werkwijze
Begin met een stukje in 1/2 keper: schacht 1, schacht 2, schacht 3.
Deze volgorde wordt voortdurend aangehouden. Eindig met een inslag met schacht 3 omhoog.
Bevestig het papieren patroon met spelden onder de schering aan het weefsel.
*Hef schacht 3, houd de papieren schets tegen de schering en neem met het stokje alleen in de heffende draden het motief op.
Laat nu schacht 3 dalen, hef schacht 1 en schuif het stokje met de selectie naar het riet. Het stokje met de geselecteerde draden wordt ondersteund door de draden van schacht 1.Weef de inslag, verwijder de lat en sla aan. Houd de vakopening open.
Houd de schets weer tegen de schering, selecteer met het stokje in de heffende draden het motief. Laat schacht 1 dalen, hef schacht 2, schuif het stokje naar het riet en weef de inslag. Verwijder het stokje en sla aan, houd de vakopening open.
Houd de schets weer tegen de schering, selecteer met het stokje in de heffende draden het motief. Laat schacht 2 dalen, hef schacht 3, schuif het stokje naar het riet en weef de inslag. Verwijder stokje en sla aan. Houd de vakopening open.
Herhaal vanaf *
Als er veel geselecteerd wordt is het soms nodig om het selectiestokje een beetje op te tillen. Zet de schering niet te strak.
Als men de techniek onder de knie heeft kan men een tweede effect verkrijgen door op de daarvoor gekozen plaats afwisselend in één inslag het motief te selecteren, en in de volgende niets te selecteren, maar gewoon te weven. Op deze plaatsen ontstaat een grover effect met een kepergraat in tegengestelde richting. Let op dat de kepertrapwijze correct doorloopt.
In een gezamenlijk project met de Amerikaanse damastweefster Carolyn Critzmacher, die zich verdiept heeft in de mogelijkheden van 3-schachts damast op een trekgetouw, hebben we nog meer mogelijkheden onderzocht. Het blijkt goed mogelijk om 3-schachts damast te weven met optrekeenheden van vier of meer draden. lk heb gekeken of polychrome weefsels met handmatige selectie mogelijk zijn: één schering, meerdere inslagkleuren. Dat vergt meermalen selecteren maar het gaat heel goed, tot wel vier inslagkleuren, zie fig.4
Er kan in alle soorten garen geweven worden, van grof tot heel fijn; hoe fijner het garen hoe gedetailleerder je kunt figureren.Bijzondere effecten ontstaan door de combinatie sjabloneren op de schering en pick-up damast, waarbij de motieven kunnen overlappen.
ln dit artikel is de grondtechniek beschreven, en zijn de uitgebreidere mogelijkheden slechts aangeduid. Beschrijvingen van alle aangeduide mogelijkheden zou erg veel technische informatie vergen. Wie ermee aan de gang wil kan met mij overleggen.(Fig. 4 Polychrome damast op drie Fig. 5 Sjabloneren op de schering, schachten met vier kleuren gecombineerd met damastweven)
Bijzondere effecten ontstaan door de combinatie sjabloneren op de schering en pick-up damast, waarbij de motieven kunnen overlappen, zie fig. 5.
Fig. 7 Op een kraanoogrijging: 1 -2-3-1 -2-3-2-1 -3-2 gaat het ook
Fig. 8 Damast op drie schachten met kraanoogbinding
[email protected]
door Erica de Ruiter
Gedurende tientallen jaren heb ik de mogelijkheden van weefstructuren op 3 schachten onderzocht en geweven, zowel de getouwgestuurde als de mogelijkheden van figureren met handmatige selectie. Zo heb ik ook gezocht of damast op 3 schachten - met behulp van een opneemstokje- te realiseren zou zijn.
Het 'kunstje' voor iedere damast met handmatige selectie, om de term pick-up niet te gebruiken, is om, uitgaande van de grondbinding in inslageffect, met een selectiestokje plaatselijk draden op te nemen zodat op die plaats kettingeffect verkregen wordt.
Damast op 8,7,6,5 en 4 schachten is mogelijk en bekend, maar handmatig motieven verkrijgen door de tegenstelling ketting- en inslageffect op 'maar' drie schachten was ik nog nergens tegengekomen.
En het bleek zó simpel, zelfs gemakkelijker uit te voeren dan damast op 4 schachten!
Er hoeft niet ingeteld te worden; figuren worden opgenomen volgens een papieren schets die onder de schering met spelden is bevestigd. Er kan in geheel vrije vormen geweven worden, de flotteringen zijn nooit langer dan over twee draden, zie fig. 1, 2 en 3.
In tegenstelling tot getouwgestuurd blokweefsel, pellen op 6 schachten, waarin de kepergraat in beide blokken in tegengestelde richting loopt, is in deze handmatige structuur de keperrichting overal gelijk.
Na de verrassing van de mogelijkheid om zuiver damasteffect te verkrijgen op zo'n eenvoudige manier bleken er nog meer structuren mogelijk te zijn door bepaalde volgordes van opnemen en niet-opnemen in de motieven.
Uiteindelijk kwam ik tot tien verschillende structuren wat aanleiding was om het hieraan de naam 'Het Tiengebodenweefsel' te geven. Later kwam er nog een elfde mogelijkheid bij. Verschillende structuren kunnen naast elkaar geweven worden.
Proefschering in zuiver 1/2 keper versus 2/1 keper.
Schering: glad garen in een lichte kleur, bijvoorbeeld 8/2 katoen of cottolin 8 dr/cm, eventueel met decoratieve randjes in afstekende kleur. Breedte bijvoorbeeld 20 cm.
Rijging: 3 schachten 'rechtdoor': 1 - 2 - 3 herhalen; géén zwevende zelfkanten.
lnslag: hetzelfde garen of vergelijkbaar als in de schering, in een sterk afstekende kleur, liefst op een steeklat, of een plat damastschuitje, omdat de vakopening bij pick-uptechnieken altijd vrij klein is.
Verder nodig: een breinaald of dun gepunt stokje, ongeveer 10 cm langer dan de rietbreedte, papier voor het ontwerp en viltstift, een paar spelden.
Maak op papier een eenvoudig ontwerp in robuuste vormen en markeer deze vormen met stevige lijnen met viltstift.
Werkwijze
Begin met een stukje in 1/2 keper: schacht 1, schacht 2, schacht 3.
Deze volgorde wordt voortdurend aangehouden. Eindig met een inslag met schacht 3 omhoog.
Bevestig het papieren patroon met spelden onder de schering aan het weefsel.
*Hef schacht 3, houd de papieren schets tegen de schering en neem met het stokje alleen in de heffende draden het motief op.
Laat nu schacht 3 dalen, hef schacht 1 en schuif het stokje met de selectie naar het riet. Het stokje met de geselecteerde draden wordt ondersteund door de draden van schacht 1.Weef de inslag, verwijder de lat en sla aan. Houd de vakopening open.
Houd de schets weer tegen de schering, selecteer met het stokje in de heffende draden het motief. Laat schacht 1 dalen, hef schacht 2, schuif het stokje naar het riet en weef de inslag. Verwijder het stokje en sla aan, houd de vakopening open.
Houd de schets weer tegen de schering, selecteer met het stokje in de heffende draden het motief. Laat schacht 2 dalen, hef schacht 3, schuif het stokje naar het riet en weef de inslag. Verwijder stokje en sla aan. Houd de vakopening open.
Herhaal vanaf *
Als er veel geselecteerd wordt is het soms nodig om het selectiestokje een beetje op te tillen. Zet de schering niet te strak.
Als men de techniek onder de knie heeft kan men een tweede effect verkrijgen door op de daarvoor gekozen plaats afwisselend in één inslag het motief te selecteren, en in de volgende niets te selecteren, maar gewoon te weven. Op deze plaatsen ontstaat een grover effect met een kepergraat in tegengestelde richting. Let op dat de kepertrapwijze correct doorloopt.
In een gezamenlijk project met de Amerikaanse damastweefster Carolyn Critzmacher, die zich verdiept heeft in de mogelijkheden van 3-schachts damast op een trekgetouw, hebben we nog meer mogelijkheden onderzocht. Het blijkt goed mogelijk om 3-schachts damast te weven met optrekeenheden van vier of meer draden. lk heb gekeken of polychrome weefsels met handmatige selectie mogelijk zijn: één schering, meerdere inslagkleuren. Dat vergt meermalen selecteren maar het gaat heel goed, tot wel vier inslagkleuren, zie fig.4
Er kan in alle soorten garen geweven worden, van grof tot heel fijn; hoe fijner het garen hoe gedetailleerder je kunt figureren.Bijzondere effecten ontstaan door de combinatie sjabloneren op de schering en pick-up damast, waarbij de motieven kunnen overlappen.
ln dit artikel is de grondtechniek beschreven, en zijn de uitgebreidere mogelijkheden slechts aangeduid. Beschrijvingen van alle aangeduide mogelijkheden zou erg veel technische informatie vergen. Wie ermee aan de gang wil kan met mij overleggen.(Fig. 4 Polychrome damast op drie Fig. 5 Sjabloneren op de schering, schachten met vier kleuren gecombineerd met damastweven)
Bijzondere effecten ontstaan door de combinatie sjabloneren op de schering en pick-up damast, waarbij de motieven kunnen overlappen, zie fig. 5.
Fig. 7 Op een kraanoogrijging: 1 -2-3-1 -2-3-2-1 -3-2 gaat het ook
Fig. 8 Damast op drie schachten met kraanoogbinding
[email protected]