Om damast te kunnen weven is er een opbouw op een gewoon weefgetouw nodig om groepjes draden op te kunnen trekken. Niet alle weefgetouwen zijn geschikt om de juiste bindingen te krijgen in combinatie met het optrekken van losse draden, alleen het contramarche weefgetouw leent zich hiervoor. De grondbinding wordt geweven met de schachten en trappers, zoals op een gewoon getouw. Het patroon (de tekening) wordt getrokken. Dit laatste kan doordat de draden zowel door de hevels van de grondschachten als door de hevels van de patroonschachten of losse hevels met gewichten eraan zijn geregen. Er zijn 3 soorten damastgetouwen voor thuisweven:
Het trekwerk
Het hemelbed
Een combinatie
Bovenstaande 3 bepalen de wijze en mogelijkheden om het patroon(de tekening) te trekken Het trekwerk: De tekening trek je met patroonlatten die achter de schachten van de grondbinding hangen. Het aantal patroonlatten bepalen de mogelijkheden voor de tekening (patroon), omdat je groepen hevels (aan de lat) trekt. Met 60 patroonlatten kun je meer dan met 20. Om een goede sprong te krijgen moet het getouw verlengd worden. Het patroon zal zich herhalen in de breedte, in spiegelbeeld of precies hetzelfde, dit hangt van de inrijging af. Er wordt een hele lat of meerdere latten met hevels opgetrokken d.m.v. trekkoorden die van achter over het getouw naar de voorkant gaan. Met een trekwerk kun je sneller werken. Het hemelbed: Bij het hemelbed hangen achter de grondschachten patroonhevels met gewichten eraan. Aan elke hevel zit een trekdraad die over het getouw heen naar de voorkant gaat. Er kunnen dus losse hevels getrokken worden. Door elke patroonhevel kunnen 3, 4, 5 ,6 ,7 of 8 draden geregen worden, dat bepaalt de grondbinding. Bij een 5 satijn trek je 5 draden door 1 patroonhevel. We noemen dit een eenheid of een blokje. Zoals een foto is opgebouwd uit pixels, wordt het patroon opgebouwd met blokjes. Het aantal eenheden bepaalt de mogelijkheden voor het patroon/tekening. Met 500 eenheden kun je meer dan met 200. Een hemelbed geeft meer vrijheid om patronen/tekeningen te weven, maar het trekken van het patroon kost veel meer tijd. De combinatie: Bij een combinatie heb je zowel patroonlatten als losse eenheden(losse hevels met gewichten). Het inrijgen is ingewikkelder. De draad moet 3 keer door een hevel (grondbinding,patroonlat,eenheid).